Zuid Oost Azie IV - Reisverslag uit Langkawi Islands, Maleisië van kraan - WaarBenJij.nu Zuid Oost Azie IV - Reisverslag uit Langkawi Islands, Maleisië van kraan - WaarBenJij.nu

Zuid Oost Azie IV

Door: Gerjan

Blijf op de hoogte en volg

14 Maart 2015 | Maleisië, Langkawi Islands

Carrière kansen bij Mc Donalds:
Soms kom je van die dingen tegen die eigenlijk overal zouden kunnen plaatsvinden, maar dat wij voor onze ogen in Maleisië zagen gebeuren. Er is op het eiland een klein winkelcentrum met in de hal een ijscokraampje van Mc Donalds. Zoals zo vaak bij Mc Donalds wordt een beginnend medewerker achter de ijscomachine gezet. In dit geval een nog jonge jongen, een wat mager exemplaar met van die trouwe hondenogen en het petje van Mc Donalds schuin op zijn hoofd. Er worden softijsjes verkocht voor één ringgit, dat is 25 eurocent. Je kunt ze ook krijgen gedompeld in chocolade, maar dan is het een halve ringgit duurder.
Een vader stond met zijn zoon voor mij in de rij en zij bestelden 2 softijsjes met chocolade. Nog wat onwennig startte onze ijscoman de ijsmachine en deed het ijs in een hoorntje. Daarna wilde hij dit ijsje in de warme chocolade dompelen, maar zag dat er een dik vel op lag. Hij pakte een plastic bakje en een lepeltje en lepelde het vel uit het chocoladebakje. Daarna dompelde hij het ijsje omgekeerd in de chocolade.
Plok … het ijsje kwam los van het hoorntje en viel in de chocolade. Het gezicht van de jongen betrok en er kwam een verbeten trek op zijn gezicht. Hij pakte het plastic bakje en het lepeltje en haalde de restanten van het ijsje uit de chocolade. Met zijn tong een beetje uit de mond vulde hij een nieuw hoorntje en dompelde het opnieuw in de chocolade. Plok … hetzelfde resultaat, ijsje los van het hoorntje in de chocolade. Een verwensing ontsnapte zijn mond en een verwrongen gelaatsuitdrukking kwam op zijn inmiddels rode gezicht. Weer vulde hij een hoorntje met softijs en in opperste concentratie dompelde hij het heel voorzichtig in de chocolade. Een triomfantelijke grijns kwam op zijn gezicht en hij overhandigde het aan de klant voor mij. “Nu de tweede nog”, zei de man die alles met gemengde gevoelens aanzag. Je zag de spanning op het gezicht van de jongen, maar het lukte zowaar om de tweede zonder mankeren te produceren. Ik was aan de beurt. “U wenst?”, vroeg de jongen. “Twee ijsjes graag, maar doe maar zonder chocolade”, antwoordde ik. Hij keek me wat verongelijkt aan.
Een paar dagen later liepen we weer langs het kraampje en nog steeds dezelfde jongen stond erachter. Hij was juist met de chocolade in de weer en het ging hem goed af. Hij keek op, zag mij en knikte bij herkenning. Ik stak mijn duim omhoog en hij deed met een brede glimlach hetzelfde. Hij had duidelijk de leercurve doorlopen en hem wacht waarschijnlijk nog een grote carrière bij Mc Donalds.

De ziekenboeg van lange afstand zeilers:
In het noordoosten van Maleisië ligt het eiland Langkawi, vlak voor de grens met Thailand, met als hoofdplaats Kuah, prachtig gelegen tussen een lage bergketen en een beschutte baai. In de kleine buitenwijken van dit plaatsje staat op een heuvel tussen een rijtje andere huizen een groot geel huis. Binnen zijn er een stuk of acht kamertjes gebouwd, elk zo’n anderhalf bij twee meter. Zo’n kamertje bevat een bed dat aan de bovenzijde is voorzien van een gat. Op één van die bedden ligt iemand op de buik met het hoofd door het gat heen te kijken en de rug en het rechterbeen zijn vol geprikt met naalden en er zijn 10 elektroden op aangebracht waardoor elke seconde een flinke stroomstoot schiet. Het lijf schokt een beetje mee met de pulsen van de stroomstoten.

Ik kijk nog eens goed … verrek … ik ken dat lichaam … dat ben ik zelf.

Toen we aan het reizen begonnen heb ik nooit het idee gehad dat ik nog eens zou belanden in een van de behandelkamers van dr. Dinn, een Indische acupuncturist. Voorheen hadden we een bezoek gebracht aan een medische kliniek hier op het eiland. De dokter keek mij aan, zag mijn (licht)grijzend haar en zijn diagnose was klip en klaar: Vitamine B12 tekort. Allerlei pillen meegekregen maar helpen deed het niet. Nog een bezoek aan de polikliniek van het ziekenhuis gewaagd, maar ook daar pillen. Tja, en dan beland je zomaar ineens bij de speldenprikker. Zijn diagnose was verrassend: “Too much gas in your stomach”. Na de eerste behandeling moest ik een stukje lopen en vroeg of ik nog ergens pijn had. Ja, op een paar plaatsen op mijn been. Op elk van de aangewezen plaatsen plakte hij een pleister. “Wonderpleisters?”, vroeg ik. Hij liet het me zien; in het midden van de pleister was een klein naaldje geplaatst. Ik moest de hele week met deze kleine “spijkertjes “ in het been rond blijven lopen. En de B12 pillen? Gooi die maar weg.

En verhip, na drie behandelingen was de pijn weg. Ik ben volledig om; als ik ergens pijn heb, dan ga ik naar de speldenprikker. En ook al heeft hij dan een tekort aan spelden, ik zoek bij wijze van spreken de hooiberg af om een speld te vinden.

Maar hij was ook koopman. Zijn vitrine stond vol met geheimzinnige potjes en flesjes gevuld met allerlei biologische spullen. De goede man merkte al gauw dat ik daarin niet geïnteresseerd was. Hij liet me een amulet zien waarbij hij uitlegde dat het water in het lichaam daardoor werd gescheiden in witte en zwarte deeltjes, een soort yin en yang. Alles zoekt tenslotte een evenwicht. Het amulet was gemaakt van lavasteen. “Aha … dat heb ik ook aan boord, lava uit Guatemala”, zei ik, om hem zijn verkooppogingen te ontnemen, ” zou dat ook werken?” “Nee, nee, de zijne bevatte speciale mineralen en kun je alleen maar vinden op een nog actieve vulkaan in Japan”. Nee, ik heb het niet gekocht, ik vind mijn eigen yin en yang wel.

Als je medische hulp nodig hebt dan kun je soms tot meer verrassingen komen. Op één van onze reizen kwamen we een Australische zeiler tegen die we al kenden vanuit onze trip door Indonesië. Terwijl we een pilsje dronken op onze hereniging vroeg ik hem hoe het met zijn knieën was. Voorheen had hij er veel pijn aan en had nogal moeite met lopen.
“O ja, redelijk wel”, zei hij. “Ik ben er hiermee naar het ziekenhuis geweest, ze hebben het geopereerd en ik heb 9 dagen in het ziekenhuis gelegen om bij te komen”. Terwijl hij dit vertelde staarde hij wat somber voor zich uit. Kijkend naar zijn gezicht vreesde ik voor een complete mislukking, dus ik vroeg: “Waren de medische voorzieningen niet zo goed?”
“Nee” was het antwoord, “dat was allemaal prima. Maar het was ramadan en in dit verrekte moslimland krijg je dan overdag geen eten. Ze maken je voor dag en dauw wakker, geven ze je een hoop zoetigheid waarvan ik over mijn nek ging. En vervolgens de hele dag niets. Pas als de zon de kim gepasseerd is, dan komen ze weer langs”.
“Mijn knieën zijn weer goed, maar ik heb er een trauma aan overgehouden”.

En het kan nóg anders. In Tonga –een eiland op de Pacific- werd een vrouw op een van de boten zodanig onwel, dat ze een dokter nodig had. Het was ’s avonds al wat later, maar ze werd met een paar man in het bijbootje gehesen. In het donker werd ze naar een drijvende steiger gebracht die met een wiebelende plank met de wal was verbonden. Op deze plank konden ze haar niet houden en ze duvelde in het water. Snel eruit gevist en met een taxi naar een soort medische post. Ze bleek zuurstof nodig te hebben. Een klein zuurstofflesje werd aangereikt. Het luchtte de vrouw beduidend op. Maar na verloop van tijd was de fles leeg en vroegen ze om een nieuwe fles. Helaas, er was maar één zuurstofflesje voorradig. Wat de oorzaak ook is geweest maar niet zolang daarna overleed de vrouw.
Zo zie je maar, het reizen brengt allerlei onvoorziene omstandigheden met zich mee.


De markt van eenzame zeilers en locale schonen:
Van tijd tot tijd krijgen we de vraag mee: “Kun je het met z’n tweeën uithouden op het schip? Je bent maar op een beperkte ruimte, dus hoe houden jullie het vol”. Eigenlijk gaat het wonderwel. Ieder moppert wel eens maar de hersens inslaan, nee dat is er niet bij.
Dat zie je ook wel anders. Lig je rustig voor anker, dan hoor je het ineens “knetteren” aan boord van de buurman en schelden ze elkaar uit voor rotte vis. Vaak keert de rust na enige tijd weer terug, maar soms is het helemaal mis en verdwijnt vrouwlief voorbij de kim, de man met “zijn bootje” in het eigen sop gaar laten koken.
In Maleisië en Thailand kom je regelmatig boten tegen waarbij de man onbedoeld “single-handler” is geworden, dus alleen op de boot is achtergebleven. En na verloop van tijd willen de eenzaamheid en de klieren dan nog wel eens opspelen en gaat men op zoek naar een nieuwe vrouw, liefst mooi en jong.
En verhip … er blijkt een markt te bestaan. Thaise en Filippijnse schonen zijn soms wel gevoelig voor een rijke man en alle mannen met een boot worden als rijk verondersteld, een wijd verbreid misverstand, maar toch. Je ziet best veel blanke oudere mannen met een jonge locale dame aan de arm. Niet dat dan altijd de eeuwige liefde de boventoon voert. We lagen in Thailand in de jachthaven. We zaten in de kuip en genoten van een bakkie koffie. Ineens wordt er op de boot geklopt en staat een jonge locale schone huilend op de steiger. “I need a mem and a dad” komt er snikkend uit. Ze komt aan boord en huilend verteld ze van allerlei vreemde capriolen van haar vriend. Je doet je best en zowaar … na een half uurtje gaat ze blijkbaar getroost weer van boord en zien we haar een dag later gearmd met haar “oude”vriend over de steiger lopen.

Soms wordt de man smoorverliefd op het meiske en besluiten ze gezamenlijk een huis op de vaste wal in Thailand te kopen, nou ja … hij betaald, want hij verkoopt de boot en heeft dus ineens wat geld … en de woning wordt op haar naam gezet. Een buitenlander mag in Thailand geen eigen woning in bezit hebben.
En ze leefden daarna nog lang en gelukkig? Helaas, je hoort het wel heel vaak, de man wordt uit het huis geknikkerd als blijkt dat manlief toch niet zo rijk is als gedacht. Want het is háár huis want het staat op háár naam. En manlief kan zijn boeltje pakken en elders –straatarm- zijn emplooi zoeken.
Tja … het kan geschieden … maar Thailand blijft een mooi land.

Bangkok:
We hebben een bezoekje gebracht aan Bangkok, de hoofdstad van Thailand. Het staat bekend om de vele Wats –Boedistische tempels- en oude paleizen en de vele riviertjes en kanaaltjes die door de stad lopen.
De tempels zien er prachtig uit en goed onderhouden in tegenstelling tot de krotjes waar de meeste mensen hun onderkomen vinden. Het oude paleis lijkt op dat van de koning van Siam, pompeus, elke vierkante centimeter is versierd met kleurig materiaal en allerlei tierelantijntjes die pijn doen aan de ogen, in ieder geval in mijn ogen. En u weet hoe het met de koning van Siam is afgelopen, van ellende stak hij zijn hoofd in de kachel. De huidige koning zag dit onderkomen ook niet zo zitten en heeft zich een ander paleis aan laten meten. Op dit terrein is veel plaats voor landbouw en vanuit alle windstreken zijn hier mensen aan het werk, om daarmee de innige band tussen het koningshuis en de Thaise bevolking te verstevigen.
En het oude paleis? Iemand zei: “Dat is nu het terrein van de hijgende toerist die achter zijn of haar camera aandraaft en zich vervolgens thuis afvraagt waar die foto’s ook al weer gemaakt zijn”.

Voor het vervoer in Bangkok heb je een aantal mogelijkheden, de taxi, de tuk tuk (een brommer met achterop een overkapt bakje waar twee passagiers in meegenomen kunnen worden), de rivierboot en de trein. Eigenlijk is dit vervoer voor Europese begrippen erg goedkoop, maar bij de taxi en de tuk tuk moet je uitkijken.

We namen vanuit het vliegveld een taxi naar de stad en hadden vooraf een prijs afgesproken, 450 baht, iets meer dan 10 euro. Nog eens bevestigd en op een briefje gezet door een regeldame van de taxicentrale. We waren nog geen 5 minuten onderweg of daar begon het al.
“In this taxi the price is 800 baht”, zei de taxi chauffeur. Hij keek me door de achteruitkijkspiegel wat vorsend aan. “We hadden toch 450 baht afgesproken”? repliceerden we. Hij wees me naar een oude taxi die net langs reed en zei: “That’s the price for that kind of taxi, this one cost more”. De rebel werd wakker in mij en ik gaf aan dat hij ons dan maar terug moest brengen naar het vliegveld.
Maar … hij bleef doorrijden. “Ok, for you a special price, 600 baht”. Weer keek hij me door het achteruitkijkspiegeltje aan. “No, 450” Een prachtig theaterspel ontpopte zich voor onze ogen. Hij sloeg een paar keer met zijn vuist tegen het hoofd, rolde vervaarlijk met zijn ogen en kreunde voor het lieve vaderland weg. Dat ging nog even zo door, maar wij volhielden in de afspraak, waar hij bij stond toen we de prijs doorkregen. Uiteindelijk leverde hij ons keurig af op de plaats van bestemming. Hij glimlachte en zei: “I just tried” –ik probeerde het maar – en reed weer vrolijk weg, op naar het volgende slachtoffer.

Met de tuk tuk is het weer anders. Voor 40 baht – 1 euro – rijden ze je de halve stad door. Eerst brengen ze je naar een fancy tempel en daarna naar nog een andere tempel, maar dan wordt je achtereenvolgens afgeleverd bij een kledingszaak, een souvenirshop en een schoenenzaak. De tuk tuk chauffeur blijkt geld te krijgen voor het afleveren van toeristen (of coupons voor het een of ander of gratis benzine) en wij moeten alle moeite doen om de verkopers van maatpakken, kitscherige souvenirs of schoenen met hoge hakken van het lijf te houden.
Eigenlijk vonden wij het fietstochtje door de Chinese wijk van Bangkok een van de meest memorabele van ons bezoek aan Bangkok. Door -natuurlijk - een Nederlander zo’n dertig jaar geleden geïntroduceerd en inmiddels een commercieel succes. Je rijdt door de nauwe straatjes van de Chinese wijk van Bangkok, waar je een goed zicht krijgt op de feitelijke leefomstandigheden van de bewoners. Hier wonen ook de vele Nepallezen, die voor een habbekrats zich op grote hoogten wagen om de wolkenkrabbers vorm te geven. In Bangkok zegt men wel: Zonder de mensen uit Nepal zou hier geen gebouw van de grond komen. Ze wonen in oude erg kleine één kamer flats, die doormidden zijn gedeeld om nog meer bewoners te huisvesten en er wordt relatief grof geld voor gevraagd. We gingen met de gids naar een locale Boeddha tempel waar nauwelijks toeristen komen en hij stak drie wierrook stokjes aan. Hij zei: “Voor de drie belangrijkste zaken in Thailand. Eén wierrook stokje is voor Boeddha omdat hij ons grote voorbeeld is, één voor de monnik omdat hij zich ten dienste stelt van het Thaise volk en geen verdiensten heeft behalve de giften van de mensen, en één voor – en zijn ogen beginnen de schitteren- het geld, pecunia, wat het belangrijkste levensdoel is voor de mensen uit Bangkok, namelijk zoveel mogelijk geld verdienen.

Er slingeren zich allerlei kanalen en kanaaltjes door de buurten van het oude centrum van Bangkok. Een toeristische trekpleister maar desondanks toch wel leuk om te doen. Dankzij de snelstromende rivier, de Chao Phraya, blijft ook het water in de kanaaltjes in beweging, anders zou het veranderen in een open riool, wat voorheen vele mensen het leven kostte vanwege de pest die door de ratten werd overgebracht. De vrees voor de pest zit nog zo diep in de genen dat toen enkele maanden geleden in Madagascar de pest uitbrak men hier uit voorzorg alle schepen voor anker of in de haven liet uitroken om maar te voorkomen dat een besmette rat het leven van de Thaise bevolking onaangenaam zou verstoren.

Snelheid meten met een Bibob kapsel:
En zoals dr Dinn uit het begin van dit verhaal zijn yin en yang theorie uiteenzette en balans zocht in alles om zich heen, zo vindt ook een cruiser zijn yin en yang in de afwisseling tussen het werk aan boord en de genoegens van het leven. Het werk vonden we dit keer in een schroef die we na nog geen half uur van de baai op zee verloren. Zomaar ineens, pats boem, ineens geen voortgang meer in het schip. Het waaide niet dus zeilen hijsen had geen zin. De boot op sleeptouw nemen met de bijboot kon ook niet want we hadden geen benzine aan boord, deze was tijdens onze afwezigheid door de hitte helemaal verdampt.
Op een paar honderd meter bij ons vandaan passeerde een klein vissersbootje. Wellicht kon hij ons hulp bieden en ik wuifde naar hem. Het was een vrolijke visser en vriendelijk zwaaide hij terug en vervolgde zijn weg. Ik wuifde hem nog eens, maar dan op de Aziatische manier, met de onderarm zwaaiend naar beneden en met de handpalm naar beneden. En zowaar, hij veranderde van koers en kwam op ons af. Ik bood hem geld en daarvoor wilde hij ons wel naar de haven op een klein eilandje slepen. Het bleek een 5 sterrenressort te zijn met een kraan om de boot uit het water te tillen. Zo gezegd, zo gedaan. En in plaats dat we ons spoeden naar verten achter de horizon stonden we met ons schip en onze goede bedoelingen op de kant. Een nieuwe schroef bleek hier eigenlijk niet te regelen, maar gelukkig kenden we een paar adressen in Friesland en na een dag of acht kwam onze schroef prachtig verpakt in Hollands karton. En wat doe je terwijl je op de schroef zit te wachten? Juist ja, de geneugten van een 5 sterren ressort ondergaan en de yang voeden met een frequent bezoek aan het luxe zwembad.

Het ressort heeft voor de verbinding met de wal een regelmatige ferry dienst opgezet om hun gasten naar het eilandje te brengen of ze weer terug te brengen. Deze ferry kan ongeveer 20 passagiers meenemen en met twee grote buitenboord motoren van elk 250 pk stuift de boot over het water, nee niet gewoon hard maar rááááázend hard. We hoorden van de ressort manager dat ze dit bewust doen om hun gasten een extra beleving mee te geven. Maar ja … wat is hard. Voor een astronaut is over de weg scheuren met 300 km maar dunnetjes.
Maar laat ik een voorbeeld geven waarom deze ferry toch wel erg hard ging.

Wij namen regelmatig deze ferry om boodschappen te doen aan de wal. Op enig moment zaten we weer in de snelheidsboot en nam een man voor me plaats met een bibob kapsel, u kent dat wel , een haardos wat er wel is maar eigenlijk niet aanwezig mag zijn. Het was de plaatselijke administrateur en hij leek op een voormalige militair, macho uitstraling, kaarsrecht, borst vooruit, schouders omhoog, veel tattoos op de armen . En toen zagen we pas echt hoe hard we met het bootje gingen; door de vliegende vaart van het bootje wapperde zelfs de piepkleine haartjes van onze administrateur vrolijk mee. Kun je nagaan!!

Nepal en India:
Vanwege de lengte van dit verhaal zal ik niet veel ingaan op onze trip door Nepal en India, maar het was heel bijzonder. We hebben geklommen en de Himalaya van grote hoogte bekeken. Als u wel eens in Zwitserland bent geweest dan heeft u net als ik vast wel eens de neiging gehad om eer te betuigen aan zo’n hoge top en uit eerbied de hoed met een ferme buiging af te nemen. Maar in de Himalaya … tja … alleen de hoed afnemen zou de hoogte van deze bergen geen recht doen. Nee (deze is voor jou, Marianne), hier doe je zelfs het slipje uit en zwaait hiermee de verte in, naar de hoge man met de witte hoed en ik weet zeker: Deze man zullen we nooit de hand schudden.

Tot slot:
We laten het hierbij. Bijna 10 jaar lang hebben we u kond gedaan van de kleine dingen in de wereld die het leven zo aangenaam maken. De regelmaat was ver te zoeken (alhoewel één keer per jaar ook een bepaalde regelmaat geeft), soms betrapte ik mezelf toch nog op een typefoutje, waar we feitelijk zaten was een behoorlijke gok, vaak te lang van stof (zoals nu weer) … maar och … het kwam vanuit een goed hart.

Als we de tijd kunnen vinden, dan gaan we proberen onze belevingen in een boek(je) weer te geven; wellicht een e-book, om ook de vele foto’s en video’s een plaats te geven. Met heel veel verhalen die we nog niet eens verteld hebben. De titel is er al: “Guts, luck and fun” (om het op z’n oud Hollands te zeggen). Later zal ik nog wel eens uitleggen hoe deze titel tot stand is gekomen. Heeft u belangstelling, laat het onderstaand weten. Dat geeft een behoorlijke korting op de uiteindelijke prijs – u ziet, ik doe nu al aan marktverkenning.

Nog een laatste bijdrage:
Overal in de wereld worden Nederlanders gezien als vriendelijke mensen, altijd een groet en een brede glimlach paraat. En zeker als je de mensen groet in hun eigen taal, dan wordt dit uitermate gewaardeerd en kan hun dag niet meer stuk.
We leerden op de bergen van Nepal, dat het Chinese woord voor goedendag “NIE HOW MA” is, tenminste zo spreek je het uit. Bij de eerste lettergreep gaat de tong omhoog, bij de tweede lettergreep gaat de tong naar beneden en bij de laatste lettergreep gaat de tong naar buiten.
Probeert u het maar eens als u een Chinees tegen komt. En mocht u het Chinese woord vergeten zijn, de tongbewegingen zijn gemakkelijk te onthouden, steek gewoon uw tong uit.
Kijkt hij u stomverwonderd aan, dan is hij waarschijnlijk hogelijk verbaasd dat u de Chinese taal machtig bent en zal stralen van plezier. Een vriendelijke Chinees zal vervolgens ook zijn tong uitsteken. Kijkt hij de andere kant op, dan heeft hij waarschijnlijk zijn mond vol en wil u dit niet tonen. En mocht u onverhoopt een klap op uw kanis krijgen, dan heeft u zich vergist en heeft u waarschijnlijk van doen met een rasechte Hollander.
Maar in dat geval: Een brede glimlach helpt altijd om misverstanden uit de wereld te helpen.
Daarmee hebben ook wijzelf gedurende onze reizen een hoop misverstanden kunnen oplossen.

Houdt u allen haaks, aai elkaar regelmatig over de bol om genegenheid te tonen en geniet van alle mooie dingen om u heen.
Veel plezier,

Ans en Gerjan

  • 14 Maart 2015 - 12:20

    Marianne:

    Dank voor 10 jaar ( zolang alweer, wauw) lees plezier! Ontzettend leuk al die verhalen. Maar het moet niet gekker worden, acupunctuur, tjonge jonge.
    tot....????
    groetjes en een aai over je bol, Marianne

  • 14 Maart 2015 - 14:34

    Martha:

    het blijft ondank de "regelmaat"van gemiddeld 1 jaar een feest om jullie stuk te lezen.

    veel plezier!!! en alvast goede paasdagen toegewenst vanuit Tjalleberd

  • 15 Maart 2015 - 09:20

    Jendo:

    Tjonge jonge, wat een leesplezier alweer. We tekenen in voor het boek hoor!!! Dikke knuffel.

  • 17 Maart 2015 - 17:18

    Syb.:

    Leuk om weer jullie belevenissen te lezen. Ook wij tekenen in voor het boek, graag tot horens.

  • 12 April 2015 - 16:08

    Folkert En Rina :

    10 jaar onderweg, 10 jaar boeiende reisverslagen we zullen het missen en tekenen dan ook met alle plezier in voor het komende boek.

  • 22 Mei 2019 - 19:35

    Gaëtane Remacle :

    Hallo Ans en Gerjan, Nie how ma !

    Uw blog heeft me heel veel plezier gegeven !
    Het is zo leuk jullie spannende belevenissen te lezen !

    -Ik was zeer bezorgt met de jongen van McDonald’s en was echt blij dat het lukte na de verschillende pogingen.
    -Vol geprikt zijn met naalden en elektroden waardoor een flinke stroomstoot schiet !

  • 22 Mei 2019 - 19:34

    Gaëtane Remacle:

    -Vol geprikt zijn met naalden en elektroden waardoor een flinke stroomstoot schiet !

  • 22 Mei 2019 - 19:36

    Gaëtane Remacle:

    Ik kan niet wachten om je boek te lezen: « Guts, luck and fun » !!!

    Nog heel erg bedankt voor zo'n geweldige middag op onze boten op de Port de l’Arsenal ! Ik zal Julie nooit vergeten en hoop dat jullie snel terug komen !

    Veel plezier,

    Gaëtane

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Maleisië, Langkawi Islands

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

14 Maart 2015

Zuid Oost Azie IV

23 December 2014

Zuid Oost Azië III

31 December 2013

Zuiid Oost Azie II

23 December 2013

Zuid-Oost Azië

20 November 2012

Indonesië I:
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 26514
Totaal aantal bezoekers 124466

Voorgaande reizen:

10 Juli 2006 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: