Fiji: - Reisverslag uit Suva, Fiji van kraan - WaarBenJij.nu Fiji: - Reisverslag uit Suva, Fiji van kraan - WaarBenJij.nu

Fiji:

Door: Gerjan en Ans

Blijf op de hoogte en volg

20 Augustus 2011 | Fiji, Suva

Kent u het verhaal van de man – Gijs – die ’s middags enigszins in paniek door zijn vrouw wordt gebeld? “De pannen waaien van het dak, je moet thuiskomen”. Hij spoedde zich naar huis, trok zijn oude kleren aan en zette het hoedje op dat hij van zijn lieftallige vrouw had gekregen. Vervolgens zette hij een lange trap tegen de dakgoot en zeulde een hoop dakpannen omhoog, die hij gelukkig in voldoende voorraad tegen het muurtje van het fietsenhok had liggen. Op het dak legde hij op de plaats van de verdwenen pannen een nieuwe pan en legde er nog een paar recht. Eigenlijk viel de schade nog wel mee en de klus was snel geklaard. Helaas had hij veel meer pannen omhoog gebracht dan hij nodig had en zuchtend zou hij ze weer via de trap naar beneden brengen. Ineens viel zijn oog op de bouwlift die bouwvakkers bij een andere klus hadden gebruikt en nog niet hadden weggehaald. Het was een oudje met een contragewicht aan de ene kant en een laadvloertje aan de andere kant. “Aha”, dacht Gijs, “dat is veel eenvoudiger”.
Hij stapelde de overgebleven pannen op het laadvloertje en zou het net naar beneden laten zakken toen zijn hoedje door de harde wind van zijn hoofd werd gerukt en in de verre einder dreigde te verdwijnen.
Eerst dacht hij nog: “Och, het is maar een hoedje”, maar toen haalde hij de mogelijke reaktie van zijn vrouw voor de geest en de paniek sloeg toe. Met de bouwlift was hij sneller beneden dan via de trap dus sprong hij op de pannen die hij op het laadvloertje had gelegd.
Helaas, de bouwlift was niet berekend op de extra 90 kg van Gijs en de rem schoot los. In een duizelingwekkende vaart vloog hij naar beneden, onderweg zijn schouder nog flink bezerend aan een stang die halverwege in de bouwlift was opgehangen. Met een doffe dreun belandde het laadvloertje op de grond en alle pannen werden aan greuzelementen geslagen en vielen in duizenden stukken van het laadvloertje af. Ineens was het laadvloertje weer stukken lichter geworden en door het contragewicht werd Gijs met een vliegende vaart weer omhoog getrokken, halverwege zijn schouder nog eens bezerend aan de stang in het midden van de bouwlift. Verdwaast kwam hij weer boven. Helaas, het contragewicht was met zo’n klap op de grond terecht gekomen dat het losschoot van de bouwlift. En in een noodvaart vloog Gijs weer naar beneden en weer werd Gijs getroffen door de stang halverwege de bouwlift. Voor apegapen kwam hij met een forse klap weer op de grond, confuus van alle klappen, vol met schrammen, pijnlijke botten en een brandende schouder. Hij werd opgevangen door zijn lieftallige vrouw, die door alle herrie naar buiten was gekomen.
Zijn hoedje heeft hij nooit meer gevonden maar gelukkig is zijn vrouw er nooit meer over begonnen.
Sindsdien noemt hij deze dag zijn Murphy dag, een dag gekenmerkt door pech en een verwoeste ego.

Ook een cruiser kent zo zijn Murphy dagen. Van tijd tot tijd hoor je verhalen van masten die naar beneden vallen, zeilen scheuren, stagen breken, ineens vastzitten op een rif en meer van dat soort ongein.
Op weg van Tonga naar Fiji verloren wij ons hulproer (wat onze windstuurautomaat werkloos maakte) en ook de electrische stuurautomaat vertoonde kuren.
Tja, ruim 350 mijl met het handje sturen, 2 uur op en 2 uur af, 3 etmalen lang. Het is vervelend en dodelijk vermoeiend om constant op het kompas te blijven turen, het sturen wordt veel gemakkelijker door een punt aan de verre horizon te nemen. Midden op zee is dat ’s nachts een ster of groep aan sterren, overdag richt je je op een wolk.
Dan ontmoet je dezelfde ervaring als dat je vroeger liggend in het gras naar de wolken tuurde en allerlei figuren ontwaard in de wolken. Ik stuurde een tijdje af op een wolk die eruitzag als 2 motorrijders, liggend op hun motor. Het is wel uitkijken. Als je te lang op dezelfde wolkenpartij stuurt, dan kun je al snel uit de koers geraken en moet je op zoek naar een ander figuur. Zeker mijn motorrijders gingen nogal hard over de kim.
Later gaf ook onze voorstag de geest, pas 6 jaar oud maar bovenaan helemaal losgetornd. Slechts de genuaval voorkwam ernstiger problemen.

Maar, zoals Cruyff ons al in al zijn wijsheid leerde, elk nadeel heeft zo zijn voordeel. Na zo’n Murphydag zijn er wat zaken te repareren en soms heb je hulp en gereedschap van de wal nodig en kom je in het hart van de locale samenleving. Laat ik pogen deze samenleving te beschrijven.
De Fijianen bestaan in hoofdzaak uit twee bevolkingsgroepen, de eigenlijke Fijianen die al eeuwenlang deze eilandengroep bevolken en de Indiers, die door de Engelsen in het midden van de 19e eeuw vanuit India naar Fiji werden overgebracht om te helpen op de suikerrietplantages. De oorspronkelijke bewoners hebben kroeshaar, een groot en breed gelaat, ruim postuur en grote brede voeten en een bruine huid. De Indiers daarentegen zijn kleiner, een geprolongeerd gezicht met uitstekende jukbeenderen, een smaller postuur, een donkere huidskleur en het voetenwerk houdt niet over. Zo’n 800.000 inwoners bevolken ongeveer 100 eilanden van de in totaal 340 eilanden, waaruit Fiji is opgebouwd.
Als je vraagt hoe het staat met de onderlinge verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen dan is iedereen heel positief, wij zijn een natie, een volk en leven in het mooiste land van deze aardkloot.
Ook hier houden ze de zondagsrust in ere alhoewel de Fijianen de Indiers verdenken ook op zondag aan de arbeid te zijn. De Indiers noemen de Fijianen daarentegen lui. Toen een aantal jaren geleden de Indiers de verkiezingen wonnen, ging dat de militairen toch wat te ver en namen het bewind over. Nog steeds wordt de centrale regering door de militairen beheerst. En wat schets mijn verbazing ... de militairen worden alom gewaardeerd en gerespecteerd (behalve in het democratische buitenland waar men enigszins ontzet op de militaire coupe reageerde).
Locaal zijn de chiefs de baas. Als je het anker uitgooit in een baai vlak bij een dorpje, dan wordt je geacht je opwachting te maken bij de chief en hem kava (een bosje inlandse worteltjes) aan te bieden. Als het in goede aarde valt dan start hij een sevusevu ceremonie. Kruislings gezeten op een mat wordt ter plekke van de kava een drankje gebrouwen dat er uit ziet als afwaswater waar de afwas van minstens tien personen doorheen is gegaan. De chief heet je welkom, wenst je het allerbeste in het leven en een zeer goede vakantie. Daarna klapt hij drie keer in de handen en biedt jouw een halve cocosnoot vol met dit afwaswater aan. Je wordt geacht het in een keer leeg te drinken en daarna een keer flink met de handen te klappen. Nadien ben je hier welkom en mag je je overal in zijn gebied vrij bewegen. Het land, de zee en zelfs de riffen zijn tussen de chiefs verdeeld. Hier en daar hebben ze miniralen en ook olie gevonden. De helft van de opbrengst is voor de plaatselijke chief, een kwart voor de regering en de rest is voor de exploiterende firma. En de kava ... ze lusten er hier wel pap van.
Op straat zijn de mensen allervriendelijkst. Constant wordt je gegroet (“bula” – goedendag) en behulpzaam helpen ze je op weg of sjouwen een eind met je mee om je op het goede adres te krijgen. Er wordt veel gelachen en veelal ziet men “the bright side of life”. “No worries” is in hun mond bestorven. Captain Cook (een Engelse ontdekkingsreiziger eind 18e eeuw) noemde deze contreien niet voor niets “the friendly islands”.

Zoals ik al zei, we hadden wat te repareren en togen op weg naar een machinefabriek. Bruce, de rigger die ons aan een nieuwe voorstag hielp, bracht ons. De auto werd op het gras gezet, scheef tussen een paar andere auto’s. We kwamen een nogal rommelig terrein op – oude motorblokken, een half omgekeerd bootje, een paar overleden vrachtwagentjes en enkele verroeste vaten olie. Over een paar flinke plassen heenstappend kwamen we in de eigenlijke machinefabriek, de machines schots en scheef door elkaar heen en tientallen - vooral – Indiers liepen bedrijvig rond. Ja, ze konden wel maken wat we wilden hebben, er werd gelijk een manneke vrij gemaakt. Het ging niet even efficient, maar uiteindelijk kregen we wat we hebben wilden. Bonnetje was niet nodig, betaling cash dus en van de echte prijs ging nogal het een en ander af.
Later kwamen we bij een zelfstandige, die een nieuw hulproer zou maken. Grote hekken omsloten zijn terrein en drie waakhonden keken ons vals door de heining aan. “Maar even wachten tot de eigenaar er is”, zei Bruce, met een schuin oogje op de honden. Even later kwam de eigenaar, deed de hekken open en zette de waakhonden aan de ketting. Verontschuldigd voor de honden: “Dat is hier echt nodig, anders beroven ze me van alles wat maar enige waarde heeft”. Trots leidde hij ons langs de machines. Ik stapte iets dichterbij en plotseling ... KNAUW ... een van die loeders hapte naar mijn kuiten. Het bleef bij een heftig bloedende schaafwond, de ketting was net niet lang genoeg voor een forsere beet van de hond. Een zorgzame hand van zijn vrouw met dethol en desinfecterende zalf deed het bloeden langzaam stoppen. Of het hierom was weet ik niet, maar zijn prijs was beduidend lager dan ik verwacht had (ook zonder bon en cash betalen).

Buurtwachten, grote hekken, driegende honden blijken hier toch wel nodig om je tegen het dievengilde te beschermen, met name op het hoofdeiland Viti Levu. Ook Bruce had zo zijn ervaringen. Hij kocht een huis en zou er de volgende dag heen gaan toen hij werd tegengehouden door een aantal Fijianen. “Je moet betalen om deze weg te mogen gebruiken”, was het devies. “Als ik dat had geweten dan had ik het betaalde bedrag voor het huis met de helft verminderd”, repliceerde Bruce en betaalde dus niet. De weg werd definitief voor hem en zijn omringende buren afgesloten. Hij regelde een buldozer en liet over iemand anders terrein een andere zandweg schuiven. “Na het regelseizoen zitten er wel grote gaten in de weg, maar tol betalen, dat nooit”.

Drie weken hebben we Matty en Jendo aan boord mogen hebben. Ik had Jendo nog zo gewaarschuwd: “neem jouw overall mee”. Maar in een ouder t-shirt ging het ook en hebben we onder het genot van de vakantie een aantal klussen en klusjes kunnen klaren. We zijn langs eilanden gevaren, gesnorkeld, prachtig rif ontdekt met de mooiste planten en vissen, wat onstuimig weer over ons heen laten komen, ons laten verwennen op een ressort met prima eten en een zeer magere Fiji show en hebben alle verdere geneugten van Fiji ondergaan. Een waar genoegen.
We werden uitgenodigd bij een Indo-Fijiaan om te komen eten bij hem thuis. Ze woonden tussen een paar andere huizen met een aardige tuin waar veel zorg aan werd besteed. We werden op een paar bankjes op de veranda gezet en kregen een ter plekke bereide kawadrankje als welkom. Gelukkig bleef het beperkt tot een halve cocosnoot en kwam er nadien wijn en bier op tafel. Het zal een kwestie van wennen zijn, want de heer des huizes bleef nog lang van zijn kawadrankje genieten. Het was zondag en rustig op straat. Alleen een oude trekker reed ploegend en puffend over een oneffen en troosteloos stuk grasland om er nadien suikerriet te verbouwen. Het bleek dat nog geen twee jaar geleden een vloedgolf het water tot halverwege het huis had opgestuwd en ze een hele nacht in de stromende regen met alle buren op het dak hadden moeten bivakkeren. De rivier kon het water niet meer aan en trad buiten de oevers. “Door het ressort voor de toeristen” kregen we te horen. Ze hebben zoveel land aangelegd dat de voorheen brede monding van de rivier tot een nauw slootje had terug gebracht en de rivier kon het water niet meer kwijt. De mensen laten het gelaten over zich heenkomen.
We keuvelden wat af en het eten bleef toch wel lang op zich wachten. Totdat ons duidelijk werd dat wij als gasten werden geacht aan te geven wanneer we aan tafel konden. We werden naar binnen getroond en vonden een gedekte tafel ... voor 4 personen. Ontsteld vroegen we of we niet gezamelijk zouden eten. Nee, zij zouden later eten, dit was voor ons (eenzelfde situatie kwamen we op Cuba tegen) en voelden een enigszins beschaamd gevoel over ons heenkomen. “Nee, nee”, zei Ganisch, de huiseigenaar “dit is bij ons zo de gewoonte”. Wij kregen een echte Indisch etentje voorgeschoteld, gelukkig minder heet dan wat voor hen normaal te doen gebruikelijk was. Lepel en vork was niet nodig, je eet met de rechterhand. Het eten was heerlijk. De buurman bleek taxichauffeur en hij bracht ons weer terug op de Spirit.

U weet, mijn verhaal is een klein resume van al onze ervaringen met de circumnavigation. Matty en Jendo kunnen u nu een verder kleurbeeld geven. Hun telefoonnummer is ... chiiiiiippsss ... vergeten ... nou ja, u komt ze wel tegen.
Binnenkort gaan wij op weg naar Vanuatu, een eilandengroep ruim 500 mijl verder oostelijk.

Tot de volgende keer.

Ans & Gerjan

  • 06 September 2011 - 08:13

    Fedde En Dora:

    We hebben inmiddels al een gedeelte van hun vakantie ervaringen gehoord en binnenkort wel meer. Het avontuur lonkt dus Ger-Jan en Ans wie weet..............
    Groeten van Fedde en Dora.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Fiji, Suva

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

14 Maart 2015

Zuid Oost Azie IV

23 December 2014

Zuid Oost Azië III

31 December 2013

Zuiid Oost Azie II

23 December 2013

Zuid-Oost Azië

20 November 2012

Indonesië I:
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 742
Totaal aantal bezoekers 124532

Voorgaande reizen:

10 Juli 2006 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: