Op weg naar de Marquesas:
Door: Gerjan en Ans
19 April 2010 | Ecuador, Quito
Brengen we de dagen dan in ledigheid door en snakken we naar het moment waarop het eiland waarop we aankoersen aan de horizon verschijnt? Nou nee, ondanks dat het sturen ons uit handen wordt genomen is er nog genoeg te doen. Van 6 uur 's avonds tot 9 uur de volgende dag hebben we een wachtschema, waarbij we elkaar om de 4 uur afwisselen. Taak is dan te letten op mogelijke andere schepen, of we eventueel de zeilen aan moeten passen als de wind ineens van richting of in sterkte veranderd en of alles blijft functioneren zoals het behoort te doen. Ik geef toe, geen erg drukke taak, maar toch. Sommigen kiezen ervoor in dit gebied geen wacht te draaien, maar gewoon in slaap te sukkelen. Er zijn toch geen andere schepen, waarom zou je jezelf slaap onthouden, is dan de redenering. Tot nu toe hebben we vier schepen in de peiling gehad, waarbij we een keer het schip hebben moeten stilleggen om een aanvaring te voorkomen. Tja, midden op zo'n groot stuk water toch nog uitkijken voor een aanvaring.
Overdag heb je vanzelfsprekend de gewoonlijke huishoudelijke klussen; eten koken, afwassen, brood bakken, yoghurt maken. We zijn zelfs taugé aan het kweken en tuinkers. Want na 2 weken is de verse groente echt wel op of is bedorven en overboord gekiept. We lopen het schip langs om na te gaan of alles nog vast zit, wat vast moet zitten, de -dode- vliegende vissen overboord te kieperen, die 's nachts wat ongelukkig op ons dek zijn beland. Je checked de koers en haalt een weerkaartje binnen om een voorspelling te krijgen over het weer voor de komende paar dagen. En een keer per dag hebben we via de SSB zender contact met andere zeilers, die binnen een paar dagen van ons zijn vertrokken ook richting de Marquesas. Dit radiocontact is leuk, je vermeld elkaars positie, hoeveel mijl men de laatste 24 uur heeft afgelegd, je vraagt naar de resultaten van het vissen (nee, wij hebben ondanks diverse pogingen nog geen vis gevangen) en wisselt allerlei andere wetenswaardigheden uit. Op een van de zeilschepen hadden ze een dikke tuna gevangen, lang ongeveer 80 cm. Die wordt benut in allerlei gerechten als vispate, vistaart en noem maar op, als er maar vis in kan worden verwerkt. Hadden ze nog een stuk over en hebben dat in een potje met zout water gelegd om het de volgende dag te laten drogen. De schipper zit die avond op wacht en ziet licht uit dit flesje komen. Nee, geen grapje. Echt licht. Nu is het zo dat jaren geleden de Fransen zo'n duizend mijl verderop kernproeven hebben gehouden in Morea, een eiland in Frans Polynesie en waarschijnlijk is deze vis radioactief. Maar wie heeft daarvoor nu een geigerteller aan boord? Dus ze hebben de vis uiteindelijk toch maar opgesmikkeld.
Elke dag noteren we in ons logboek de positie waar we op dat moment zijn en hoeveel mijl we nog hebben te gaan. Op dit moment hebben we nog zo'n 800 mijl te gaan, dus het grootste stuk zit er op. Oorspronkelijk zouden we aankoersen op het eiland Hiva Oa, maar waarschijnlijk gaan we nu eerst naar Fatu Hiva, een van de meest oorspronkelijke eilanden van de Marquesas. Geld speelt daar nauwelijks een rol, produkten en diensten worden uitgewisseld in een ruilhandel. Wij hebben daarvoor aan boord t-shirts, pennen en papier, lippenstift en allerlei geurtjes, vishaakjes; u kent het wel, de bekende spiegeltjes en kraaltjes.We hebben een aantal zonnepanelen gemonteerd om de accu's bij te laden. Helaas geven ze minder amperes dan waarop we hadden gerekend omdat de zeilen de zonnepanelen vaak afdekken. Daarom laten we elke dag de generator een uurtje lopen.Naarmate we verder naar het westen varen, komt de zon later op en zakt later de zee in. Dat betekent, willen we een wat vast ritme aan boord houden, na elke 15 graden westelijker we de klok een uur terug zetten, dus deze tocht 3 keer.Tja, na een aantal jaren op zee zijn er van die vaste gewoontes ingesleten: zuinig met drinkwater, als we warm water maken altijd het restant in de thermoskan en een aparte vuilnispolicy: organisch afval gaat overboord en wordt door de zee binnen de kortste keren verteerd en voor al het andere gebruiken we een lege sinasfles. Plastic, papier en noem maar op, alles verdwijnt in de fles en stampen we nadien aan met een stokje. Ongelooflijk hoeveel er in zo'n fles gaat. En als de fles vol is gaat de dop er goed strak op en komt in de plaats waar voorheen de volle fles sinas lag (is ook handig bij kamperen).En verder hebben we gelukkig ook nog tijd om te lezen, een spelletje kaart te spelen (skipbo) en een sudoko kraker op te lossen.Als je dan wacht hebt en uitkijkt over de donkere zee en de heldere sterrenhemel en het schip met een mooie vaart door de golven heen schiet, dan denk je aan alles wat we al hebben gezien en aan de nieuwe dingen die we nog hopen te zien. Dan ervaar je weer wat voor een prachtig vervoermiddel een zeilschip is. Een schip dat op dit moment ook ons huis is. Je vaart ergens naar toe, ankert het schip/huis op de prachtigste plekken en verblijft vervolgens voor een aantal weken in die contreien, snuift de cultuur en en je bekijkt allerlei dingen. Vervolgens licht je het anker en gaat door naar de volgende plek. Geweldig om dit te mogen meemaken.Tja, zo ziet onze kombuis er dus uit als we over de Pacific varen.
Hebt u vragen, we vernemen ze graag.
Tot de volgende keer.
En een "dienstmededeling": Zouden Rob Hamwijk en Folkert Neef hun e-mail adressen kunnen doorgeven? Mijn e-mail adres is gwphkraan@yahoo.com
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley