Het Paradijs
Door: Gerjan en Ans
Blijf op de hoogte en volg
09 April 2009 | Panama, Panama-stad
Het is vele mijlen varen, dagen en nachten rijgen zich aaneen en het ritme van de zee is tot in de diepste haarvaten doorgedrongen. Alles proeft zout en zelfs de ramen zien grauw van het zout. Wat een vreugde als we in de verte allerlei streepjes aan de kim ontwaren, die zich allengs ontvouwen als eilandjes, groene oases in het diepe blauw van de zee.De zee slaat zich stuk op de vele riffen die voor deze eilandjes liggen. Het rondvliegende water en het bruisende geluid van de branding waarschuwen ons voor de vele gevaren. Voorzichtig manoevrerend varen we langs de riffen en ondieptes en ankeren in de luwte van twee eilandjes. Het water hier is helder en kabbelt rustig om de boot heen. Je kijkt zomaar 10 meter diep en we kunnen zien dat het anker zich goed heeft ingegraven.Nog maar net hebben we het schip van kant gemaakt of diverse boomkano's maken zich los van de twee eilandjes. Ze komen onze kant uit en met een brede glimlach en een vriendelijke lach vertellen ze wat ze komen doen: Handel drijven. Vis, cocosnoten, kunstig geborduurde doeken... alles wordt met veel verve aangeprezen. We doen onze keuze, doen wat handjeklap en rekenen af. In Amerikaanse dollars. Ja, dat is hier wel doorgedrongen; de Amerikaanse munt in wat waardevaster dan de lokale munt. Later zitten we in de kuip en hebben ons happy hour. We kijken om ons heen, wat is het hier mooi. Beide eilandjes vol met palmbomen en rijpende cocosnoten en rondom de eilandjes loopt het goudgele zand vrij steil de zee in. Verderop zijn nog veel meer eilandjes. De mensen - klein van stuk, de huid getaand door de zon, pikzwart haar, breed voorhoofd en een vrij scherpe neus - wonen in hutjes. Stokken in de grond en dichtgemaakt met een dikke laag palmbladeren. Er is geen electriciteit aanwezig. Als het donker wordt zie je door de palmbomen diverse vuren waarop het eten wordt bereid. Na een uurtje is het stil en gaat men slapen in de hangmatten die tussen een aantal palen zijn gespannen. Dat er niet alleen wordt geslapen blijkt wel uit de grote kinderschare die op deze eilanden woont. We liggen hier al weer een paar dagen. 's Morgens een paar klusjes aan de boot, daarna snorkelen vlakbij de riffen en aanschouwen de wonderlijke wereld onder water met heel veel vis in alle kleuren van de regenboog. Vervolgens een rondje door het dorp en een praatje en een handeltje met een paar locals. En dan een duik vanaf de boot in het kristalheldere water geeft ons een heerlijk ontspannen gevoel. Ineens weten we het, dit is het paradijs. De rust, de schoonheid van de natuur, de vriendelijkheid en schaterlach van de bevolking, de aangename temperatuur, de helderheid van het water, de ontspannen leefwijze van de mensen hier... ja, het kan niet anders, dit moet wel het paradijs op aarde zijn. Na weer een paar dagen komt er een andere zeilboot onze kant opvaren en ankert naast ons onder de twee eilandjes. Zowaar een Nederlander. Hetzelfde tafreel ontvouwd zich als bij ons. Boomkano's maken zich los van beide eilandjes en snellen zich met de pagaai naar de nieuw aangekomen boot. Na een klein uurtje en gedane zaken keert de rust terug. Weer even later zitten we bij elkaar in de kuip en vertellen ieder ons verhaal. Zij vertellen dat ze hier elf jaar geleden ook zijn geweest en een aantal mensen nog wel herkennen. Ze hebben er nog foto's van. Deze foto's hadden ze ook aan de locals laten zien; ja, ze herkenden het wel. Een van de mensen stond samen met de schoonvader in een boomkano. Nee, zijn schoonvader leefde niet meer, hij was een paar jaar geleden gestikt in een visgraat. Gestikt in een visgraat?? Hier in het paradijs?? In het paradijs kun je toch niet stikken en zeker niet in een visgraat Toch? Het lijkt ons maar niks om door zo'n lullig boontje het hoekje om te gaan. Een paar dagen later zijn we weer verder gevaren, door naar de volgende eilandengroep. Misschien vinden we daar wel het echte paradijs.Wie weet. We laten het u weten.